veelvoorkomende oorzaken van een spraak-, taal- of slikstoornis

CVA of beroerte

Een cerebrovasculair accident of cerebrovasculaire aandoening (CVA), in de volksmond beter bekend als beroerte of attaque, is een acute medische aandoening waarbij er een plotselinge verstoring van de doorbloeding van de hersenen plaatsvindt. Er zijn twee types CVA: een ischemisch cva of herseninfarct, waarbij een bloedvat wordt afgesloten en de doorbloeding wordt gestaakt, en een hermorragisch cva of hersenbloeding, waarbij een bloeding plaatsvindt. Het resultaat van beide typen is dat de hersenen niet goed meer functioneren.

Een CVA kan worden gekenmerkt door verschillende symptomen, waaronder gevoelsverlies en/of verlamming in één lichaamshelft, moeite met het begrijpen of produceren van taal, een draaierig gevoel of halfzijdig zichtverlies. De symptomen treden vaak kort na de beroerte op. Als deze minder dan 24u duren, spreekt men van een transient ischemic attack of TIA. De belangrijkste risicofactor voor een CVA is hoge bloeddruk. Andere factoren die de kans op een CVA vergroten zijn roken, obesitas, te hoog cholesterolgehalte, diabetes, hartproblemen,...

Een CVA herkennen!!

Bel direct 112 als je iemand ziet met een of meerdere van deze signalen:

De drie meest voorkomende signalen bij een beroerte zijn:

  • Scheve mond: één mondhoek hangt plots naar beneden.
  • Verwarde spraak: Iemand praat ineens verward of kan de woorden moeilijk uitspreken.
  • Lamme arm: Plots ontstaat er krachtsverlies of verlamming van een arm.

 

Andere symptomen die kunnen wijzen op een beroerte:

  • krachtsverlies of verlamming van een been
  • plotseling dubbelzien of maar één helft van het gezichtsveld zien of ineens blind zijn aan één van de ogen
  • ineens hevige draaiduizeligheid of coördinatie en evenwichtsstoornissen
  • plotseling zeer ernstige hoofdpijn zonder oorzaak (komt alleen bij een hersenbloeding voor)

Snel in het ziekenhuis zijn kan het verschil maken tussen leven en dood!

Tumoren in hoofd/halsgebied

Kanker is een ziekte die zowat op alle plaatsen in het lichaam kan toeslaan. Een tumor in de mond kan de tong, speekselklieren, de wangen, de keel, de mondbodem en het strottenhoofd aantasten. Doordat de kanker zich vaak aan de binnenkant van de mond bevindt, duurt het lang vooraleer men deze opmerkt. Mondkanker kan zich uiten in zweren of witte/rode vlekken op de tong. Ook op het hoofd of in de nek kunnen knobbels ontstaan die wijzen op kanker.

Volgende symptomen kunnen wijzen op een tumor in mond, keel of neusholte:

  • pijn in de mond
  • pijn aan de lippen
  • pijn bij het kauwen
  • pijn bij het slikken
  • zwelling aan de kaak of in de hals
  • kortademigheid
  • chronische hoest
  • zweertjes op de lippen of in de mond die niet genezen
  • vlekken op het tandvlees
  • ophoesten van bloed en slijm
  • bloedingen in de mond of neus
  • aanhoudende keelpijn
  • gevoel van brok in de keel
  • slechtruikende adem
  • verminderde beweeglijkheid van de tong

Bij strottenhoofdkanker kunnen volgende klachten voorkomen :

  • aanhoudende heesheid
  • keelklachten (pijn bij slikken, droge keel,..)
  • hoestklachten
  • uitstralende pijn vanuit de keel naar het oor
  • kortademigheid
  • veel slijmen in de keel

Roken en overmatig drankgebruik spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van deze kankers. 

Vaak is radiotherapie, chemotherapie of chirurgie noodzakelijk.

Hersenaantasting door alcohol

Alcohol is een giftig product voor de hersenen. Het passeert de bloed-hersenbarrière waardoor het vanuit het bloed in het hersenweefsel kan terechtkomen. Langdurig overmatig alcoholgebruik kan afwijkingen veroorzaken in het zenuwstelsel. Ook stoppen met alcohol drinken kan gepaard gaan met ernstige ontwenningsverschijnselen.

De meest voorkomende neurologische aandoeningen ten gevolge van alcohol zijn:

- epilepsie

- verschrompelen van de kleine hersenen

- cognitieve problemen

- verlamming van alle ledematen, verminderd bewustzijn, slikklachten, spraakstoornissen, oogafwijkingen

- syndroom van wernicke: oogproblemen, verlies korte-termijngeheugen, verwardheid, wanen, concentratieverlies, depressie, ..

- zenuw- en spieraantasting

- verhoogde kans op hersenletsels en hersenbloedingen

Spierziekten:

Een NeuroMusculaire Aandoening is een aandoening in het neuromusculair systeem. In de volksmond wordt vaak naar deze groep aandoeningen verwezen met de term 'spierziekten'.

Neuro = met betrekking tot de zenuw(en)
Musculair = met betrekking tot de spier(en)

De meest voorkomende spierziekten die spraak- of slikproblemen teweeg brengen zijn:

* Amytrofische laterale sclerose (A.L.S.)

* Ziekte van Parkinson

* Ziekte van Huntington

* Ziekte van Steinert

* Multiple Sclerose (M.S.)

* Cerebral Palsy (CP)

* Syndroom van Guillain-Barré

* Ataxie van Friedreich

* Myasthenia Gravis

* Cerebellaire ataxie

Hieronder volgt een korte beschrijving van deze spierziekten:

A.L.S. of Amytrofische Laterale Sclerose is een dodelijke zenuw-spierziekte die alle spiergroepen, met uitzondering van de autonoom aangestuurde spieren, kan aantasten. Een ALS-patiënt overlijdt gemiddeld 33 maand na de diagnose door verlamming van de ademhalings- of slikspieren. Er is echter een aanzienlijke spreiding in de uiteindelijke levensverwachting van ALS-patiënten.

ALS is een niet-besmettelijke aandoening waarvan de oorzaak nog niet met zekerheid is vastgesteld. Tot op vandaag is er geen afdoende behandeling of preventiemethode gekend. De gemiddelde overlevingsduur na diagnose en het specifieke verloop van de ziekte verschillen van patiënt tot patiënt, wat de prognose bemoeilijkt. Het is daarom belangrijk dat patiënten zich niet blind staren op gemiddelden. Waarom zouden zij niet de uitzondering kunnen zijn? Realistisch denken is natuurlijk wenselijk, maar doemdenken hoeft ook weer niet. Stress en vermoeidheid zijn helaas factoren die de ziekte sneller kunnen doen evolueren.

ALS is een progressieve degeneratie van de motorische zenuwcellen in de hersenstam en het ruggenmerg. Motorische zenuwcellen zorgen voor de overdracht van prikkels vanuit de hersenen, via de zenuwen naar de spieren. Doordat deze prikkels niet goed meer doorgegeven worden, werken de spieren na verloop van tijd niet meer zoals het hoort.

Uiteraard mag dit niet zwart-wit bekeken worden. De hartspier bijvoorbeeld wordt niet rechtstreeks aangetast door ALS, maar stress, vermoeidheid en verdriet kunnen een negatief effect hebben op de werking van het hart. Ook aan de werking van de darmen wordt op zich niet geraakt, maar als men minder vocht opneemt vanwege slikproblemen, niet meer beweegt vanwege verlamming en de buikspieren niet meer kunnen helpen bij drukken is constipatie een logisch onrechtstreeks gevolg van ALS. Het is bij ALS belangrijk te beseffen welke lichaamsdelen effectief door de ziekte worden aangetast, maar de psychische gevolgen die dit proces met zich meebrengt mogen niet uit het oog verloren worden (bijvoorbeeld verminderde eetlust, levensmoeheid, sociale isolatie, depressie).

Er wordt gezegd dat ALS pijnloos is. Met zo’n uitspraken moet voorzichtig omgesprongen worden. De pijn die ALS met zich meebrengt wordt sterk onderschat. Doorhangende schouders vanwege het wegkwijnen van de spieren, gewrichtspijnen, krampen, steeds dezelfde zitpositie veroorzaken decubitus of doorligwonden. Gewrichtspijn vloeit voornamelijk voort uit verlies van spierkracht, uit stijfheid door gebrek aan beweging en door te lang onbeweeglijk in dezelfde houding te blijven. Spiervezels die onvoldoende door zenuwprikkels gevoed worden, gaan willekeurig samentrekken en krampen veroorzaken. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de psychische pijnen die vanzelfsprekend ook optreden.

De geestelijke vermogens kunnen worden aangetast: bij ongeveer 50 % van de patiënten is er geen cognitieve achteruitgang. Bij benadering heeft 35% milde cognitieve of gedragsveranderingen, die meestal pas opvallen bij gerichte testen. In ongeveer 15% van de gevallen is er sprake van fronto-temporale dementie (FTD).

 

De ziekte van Parkinson is een degeneratieve ziekte in het centraal zenuwstelsel waarbij zenuwcellen langzaam afsterven ("degenereren"). Dit leidt in eerste plaats tot stoornissen in de beweging: parkinson wordt daarom als bewegingsstoornis beschouwd. Wat veel mensen niet weten, is dat de gedragsstoornissen als gevolg van Parkinson minstens even groot zijn als de lichamelijke gevolgen. De symptomen komen langzaam op en worden naarmate de ziekte vordert ernstiger. In de beginfase van de ziekte bestaan de voornaamste symptomen uit schudden, spasmen, traagheid in beweging en moeite met lopen. Daarnaast kunnen ook gedrags- en cognitieve problemen voorkomen. In latere stadia is er een verhoogde kans op dementie. Ruim één derde van de parkinsonpatiënten lijdt aan depressie. De kenmerkende verschijnselen samen worden aangeduid met de naam parkinsonisme. Officieel is de term 'parkinsonisme' een verzamelnaam voor een aantal aandoeningen die lijken op de ziekte van Parkinson. Maar ze zijn toch anders. Parkinsonismen veroorzaken vergelijkbare klachten als parkinson. Maar medicijnen die gebruikt worden om de symptomen te onderdrukken werken niet of minder goed bij parkinsonisme. Ook het verloop van de ziekte is anders. Vormen van Parkinsonisme zijn onder meer Lewy Body Dementie (LBD), Vasculair parkinsonisme, Progressieve supranucleaire paralyse (PSP) en Multisysteem atrofie-parkinson.

De oorzaak van de ziekte van Parkinson is doorgaans onbekend. De ziekte ontstaat waarschijnlijk vanwege een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Familieleden van patiënten hebben een grotere kans om de ziekte ook te krijgen. Mensen die in aanraking zijn gekomen met bepaalde pesticiden en mensen die eerder een hoofdletsel hebben opgelopen, lopen meer risico de ziekte te ontwikkelen, terwijl rokers en mensen die koffie of thee drinken minder risico lopen.

Er is geen middel waarmee parkinson kan worden genezen. Wel bestaan er behandelingen, zoals medicijnen op basis van Levodopa, die de symptomen kunnen onderdrukken.

 

 De ziekte van Huntington is een ongeneeslijke erfelijke aandoening die bepaalde delen van de hersenen aantast. De eerste symptomen openbaren zich meestal tussen het 35e en 45e levensjaar, maar kunnen ook eerder of later in het leven optreden. De ziekte uit zich onder andere in onwillekeurige bewegingen die langzaam verergeren, verstandelijke achteruitgang en een verscheidenheid van psychische symptomen. De ziekte leidt gemiddeld na 19 jaar tot de dood van de patiënt, meestal door bijkomende oorzaken zoals een longontsteking. De jeugdvorm begint doorgaans in de tienerjaren.

De ziekte van Huntington is een overervende ziekte. Indien een van de ouders het afwijkende huntington-gen heeft, dan heeft elke zoon of dochter 50% kans de ziekte te erven. Bij diegenen die het huntington-gen hebben geërfd, zal de ziekte zich openbaren als zij lang genoeg leven. Als de nakomelingen van een huntington-ouder het afwijkende gen niet geërfd hebben, dan kunnen zij de ziekte niet krijgen en de ziekte zal in volgende generaties ook niet meer terugkomen. Zij slaat dus geen generatie over. Wanneer een ouder nog vóór de beginsymptomen van de ziekte door bijvoorbeeld een ongeval overlijdt, en de ziekte zich later bij een nakomeling openbaart, ontstaat ten onrechte de indruk dat zij een generatie heeft overgeslagen. Omdat de aandoening zich vaak pas op latere leeftijd openbaart, kan er al een gezin gesticht zijn voordat de ouder ziek wordt. Het gen kan dan al doorgegeven zijn aan één of meerdere kinderen. Naarmate een risicodrager – een zoon of dochter van een patiënt(e) – ouder wordt zonder symptomen van de ziekte wordt het aannemelijker dat hij of zij het huntington-gen niet geërfd heeft en derhalve gevrijwaard blijft van deze ernstige aandoening.

 

De ziekte van Steinert of Myotone dystrofie type 1

De ziekte van Steinert is een zeldzame erfelijke spierziekte. Naast dat de ziekte van Steinert de spieren aantast, worden ook de organen langzaam aangetast. De aandoening myotone dystrofie type 2 bestaat ook, deze spierziekte staat ook wel bekend als PROMM.

De ziekte van Steinert komt zowel bij jongens als bij meisjes voor en er zijn vier vormen te onderscheiden:

  • milde vorm (voornamelijk aantasting van de ogen en soms lichte spierzwakte)
  • volwassen vorm (klassieke vorm van myotone dystrofie)
  • kindervorm
  • congenitale vorm (baby’s)

De oorzaak van de ziekte van Steinert is een defect in een DNA-gen. Dit gen veroorzaakt problemen in de celwand van de spiercel. Hierdoor kan de spiercel zichzelf niet meer goed ontspannen en ontstaat er een verkramping van de spier. Verkramping van de spier heet ook wel myotonie. Naast dat de defecte celwand problemen veroorzaakt met het aan- en ontspannen van de spier, is het niet goed in staat om de spiercel te beschermen tegen schadelijke stoffen. Hierdoor dringen schadelijke stoffen gemakkelijk de spiercel binnen en raakt deze beschadigd of gaat kapot. Dit veroorzaakt een afbraak van de spieren en daarmee spierzwakte. Spierzwakte heet ook wel dystrofie.

Het defecte gen wordt doorgegeven van ouder op kind. Als één van de ouders last heeft van de ziekte van Steinert heeft het kind 50 procent kans om ook myotone dystrofie type 1 te krijgen. Indien het kind ook de ziekte van Steinert heeft, heeft het vaak heviger last van symptomen. Het is nog niet helemaal duidelijk waarom de spierziekte steeds heviger wordt van generatie tot generatie. 

De symptomen van de ziekte van Steinert verschillen per vorm. Ook verschillen ze van persoon tot persoon. 

Algemene symptomen van de ziekte van Steinert zijn:

  • vertraagd ontspannen van spieren (myotonie)
  • langzaam toenemende spierzwakte (dystrofie)
  • oogklachten
  • orgaanklachten (maag-darm, hart, hormonale problemen, galblaas)
  • futloosheid
  • veel behoefte aan slaap
  • leer- en gedragsproblemen

Bij een milde vorm van myotone dystrofie beginnen de eerste klachten na het vijftigste levensjaar. Deze klachten zijn meestal grijze staar en soms lichte spierzwakte.

De symptomen van de volwassen/klassieke vorm van myotone dystrofie uiten zich ergens tussen de leeftijd van twaalf tot vijftig jaar. Hoe vroeger je last krijgt van de klassieke vorm van myotone dystrofie hoe heviger de symptomen vaak zijn. Deze symptomen zijn:

  • steeds zwakker wordende gezichtsspieren (keel-, hals- en kauwspieren)
  • afnemende kracht in de onderarmen en -benen
  • myotonie (lang aanhoudende spierverkramping)
  • staar
  • vermoeidheid
  • hartritmestoornissen
  • galstenen
  • futloosheid
  • pijn
  • toenemende behoefte aan slaap
  • concentratieproblemen

Daarnaast zijn mannen met de volwassen vorm van myotone dystrofie vaak vroeg kaal.

 

 M.S. of multiple sclerose is een aandoening van het centrale zenuwstelsel en waarschijnlijk een auto-immuunaandoening. Bij de patiënt kunnen neurologische stoornissen zoals krachtvermindering ontstaan.

De precieze oorzaak van de ziekte is onbekend, maar algemeen wordt aangenomen dat MS ontstaat door een samenspel van genetische en omgevingsfactoren. Genetische en omgevingsfactoren zouden even belangrijk zijn bij het bepalen wie MS krijgt en wie niet.

Sommigen denken dat het ontstaan van MS te maken kan hebben met een late abnormale reactie op een in de vroege jeugd opgelopen virusinfectie. Hiervoor zijn echter geen andere bewijzen gevonden.

Ook zijn er aanhangers van de hypothese dat een hoge mate van hygiëne verantwoordelijk is voor de bevattelijkheid voor ziektes als MS. MS is niet erfelijk, maar een familielid van een patiënt heeft wel een iets hogere kans de ziekte ook te krijgen.

De klachten verschillen per persoon en vrijwel geen enkele patiënt heeft last van alle klachten. Deze zijn allemaal uitingen van neurologische uitval die ook door andere oorzaken kunnen optreden; de diagnose kan dan ook meestal niet gesteld worden door het vóórkomen van deze klachten, maar door het typische beloop, waarbij nu eens hier, dan eens daar een probleem ontstaat, en waarbij ook vaak herstel van de klachten kan optreden.

Bekende klachten bij MS zijn:

  • Oogklachten:
    • ontsteking van de oogzenuw
    • uitval van een deel van het gezichtsveld of een oog
    • stoornis in kleur zien, pijn bij oogbewegingen, bleekheid van pupil
    • stoornissen in uitwendige oogmotoriek 
  • Vermoeidheid:
    • duizeligheidsaanvallen en misselijkheid.
  • Stijve spieren:
    • verzwakking en parese van aangezichtsspieren.
  • Sensorische klachten:
    • sensibele stoornissen (o.a. in het gezicht zoals trigeminusneuralgie)
    • tintelingen, branderig gevoel, jeuk over het lichaam
    • in het algemeen meer gnostische (gevoel) dan vitale (warm/koud, scherp/stompgevoel) uitval
    • ataxie (coördinatiestoornis)
  • tremoren (stuurloosheid van beweging) en spasmes
  • geen trilling in de hand bij rust, maar als er actie wordt ondernomen.
  • incontinentie
  • constipatie
  • Spraakstoornissen, waaronder:
    • onvermogen tot correcte uitspraak door stoornis in de articulatie
    • verwisseling van woorden, onvolledige vorm van afasie
    • niet kunnen herkennen van voorwerpen.
  • Stoornissen in de cognitie:
    • geheugenstoornissen
    • persoonlijkheidsveranderingen
    • hallucinaties en denkstoornissen
    • stemmingsstoornissen 
    • intellectuele stoornissen 

 

C.P. of cerebral Palsy  (hersenverlamming) is een stoornis die wordt veroorzaakt door schade aan de hersenen tijdens of vóór de geboorte. Een hersenverlamming gaat vaak gepaard met een slechte coördinatie, spraakproblemen en leerproblemen.

Veel mensen omschrijven het als een afwijking van de motorische functies die op vroege leeftijd, gewoonlijk voor of tijdens het eerste levensjaar, wordt opgelopen en die toe te schrijven is aan een niet-progressief hersenletsel. Verlamming kan een symptoom zijn, spasticiteit en spasmen komen veel voor.

De motorische functie is het vermogen bewegingen uit te voeren en bij te sturen. Hersenverlamming treedt op bij ongeveer 1 tot 3 per duizend geborenen.

 

Het syndroom van Guillain-Barré (GBS) is een aandoening van het zenuwstelsel die gepaard gaat met toenemende spierzwakte en spierverlamming. De eigenlijke oorzaak is onbekend, echter er zijn enkele verbanden gevonden. De meest gangbare theorie zegt dat het gaat om een antilichaamreactie tegen antigenen in de myelineschede of in het axon. Deze auto-immuunreactie is in verband gebracht met een voorafgaande infectie door verschillende virussen of bacteriën. Meestal geneest de patiënt na een tijdje vanzelf, maar soms is de aandoening chronisch. 

Symptomen:

  • tintelingen en gevoelsverlies (beginnend in de tenen en vingertoppen; later ook in de benen en armen)
  • moeite met lopen
  • slikproblemen
  • snel toenemende spierzwakte
  • ademhalingsproblemen
  • verlies van reflexen
  • spierverlamming
  • in zeldzame gevallen coma

 

De ataxie van Friedreich of spinocerebellaire ataxie is een erfelijke aandoening. Ataxie is een samenvattend begrip voor verschillende verstoringen van het evenwicht en de bewegingscoördinatie. Mensen die hieraan lijden hebben weinig tot geen gevoel van positie en zijn slecht in het herkennen van passieve bewegingen en vibraties. Wanneer deze mensen lopen, ondersteunen ze het lichaam op een brede basis, zetten de benen ver uiteen en hebben ze de neiging om te schuifelen en te wankelen.

De ataxie van Friedreich is de meest voorkomende, aangeboren ataxie. De ataxie van Friedreich wordt weleens verward met de ziekte van Duchenne. Terwijl de ziekte van Duchenne het resultaat is van spierweefseldegeneratie, is de ataxie van Friedreich het resultaat van zenuwdegeneratie met een erfelijke factor. Er is nog geen behandeling voor deze aandoening gevonden. Wel kunnen de symptomen behandeld worden.

De eerste symptomen van de ataxie van Friedreich doen zich meestal tussen het vijfde en vijftiende levensjaar voor. De symptomen ontwikkelen zich langzaam progressief.

Enkele symptomen die zich voor kunnen doen zijn:

  • spierzwakte in armen en benen
  • coördinatieproblemen
  • beperkt gezichtsvermogen
  • gehoorverlies
  • onduidelijke spraak
  • scoliose
  • diabetes mellitus
  • hartaandoeningen
  • de afwezigheid van diepe peesreflexen, zoals de kniepeesreflex

 

Myasthenia gravis (Latijn voor 'ernstige spierzwakte') is een zeldzame auto-immuunziekte, die gekenmerkt wordt door ernstige spierzwakte. Het belangrijkste kenmerk van Myasthenia gravis is spierzwakte die toeneemt in periodes van lichamelijke activiteit en afneemt gedurende periodes van rust. Spieren die zeer veel gebruikt worden zoals oogspieren, kauwspieren en spieren die gebruikt worden bij het slikken zijn het meest gevoelig en worden het snelst aangetast in hun functioneren. Andere spieren die gebruikt worden voor het bewegen van ledematen, de nek evenals de spieren die de ademhaling controleren kunnen eveneens aangetast worden. Echter de laatste groep spieren functioneert vaak nog binnen de normale grenzen bij patiënten.

De ziekte kan vaak plotseling de kop op steken en de bijbehorende symptomen komen en gaan. Hierdoor wordt de juiste diagnose vaak in eerste instantie gemist.

Meestal is het eerst duidelijk waarneembare kenmerk de zwakte in de oogleden of het spreken met een slissende tong. De mate waarin patiënten lijden aan spierzwakte verschilt sterk van patiënt tot patiënt. Dit varieert van een lokale vorm waarbij alleen de oogleden zijn aangedaan tot een ernstige vorm waarbij alle spieren zijn aangedaan. Symptomen die kunnen variëren in ernst en voorkomen zijn onder andere hangen van de oogleden, dubbelzien doordat de spieren die de oogbewegingen controleren aangedaan zijn, onstabiele loop (waggelend), zwakte in handen, vingers, benen en armen, een verandering in gezichtsuitdrukking, problemen met slikken en kortademigheid.

Gedurende een myasthene crisis kan er een verlamming van de ademhalingsspieren optreden. De patiënt dient dan te worden beademd. Bij patiënten die reeds zwakke ademhalingsspieren hebben kan een crisis worden aangewakkerd door infecties, koorts en slechte acceptatie van medicijnen of emotionele stress. Overigens wordt het hart nooit door Myasthenia aangetast omdat dit orgaan op een andere manier wordt gestimuleerd.

 

Cerebellaire ataxie: ataxie is een samenvattend begrip voor verschillende verstoringen van het evenwicht en de bewegingscoördinatie. Het is een onregelmatige en onhandige beweging van de ledematen en de romp, te wijten aan een stoornis van de fijne coördinatie van spierbewegingen. Het cerebellum (kleine hersenen) is het centrum van de fijne coördinatie, waarvandaan door het ruggenmerg en het perifeer zenuwstelsel informatie naar de spieren gestuurd wordt. Andersom komt informatie van de sensorische perifere zenuwen naar het cerebellum om de bewegingen fijn te stellen. Er wordt een verschil gemaakt tussen cerebellaire en sensorische ataxie.

Oorzaken voor ataxie kunnen zijn: een aangeboren genetische afwijking, encefalopathie, ziektes (zoals de ziekte van Parkinson) en ten gevolge van een hersenletsel of vergiftiging met toxische stoffen waaronder drugs of alcohol.

Herkenbaar voor veel mensen is de ataxie die optreedt bij alcoholmisbruik. Na 5-10 glazen beginnen typische atactische verschijnselen op te treden. Een andere oorzaak van ataxie is gebruik van medicijnen.

Cerebellaire ataxie verwijst naar ataxie die ontstaat door stoornissen in de kleine hersenen. De kleine hersenen spelen een belangrijke rol in het integreren van informatie die nodig is om bewegingen te coördineren en soepel te laten verlopen. Hoewel ataxie niet bij alle laesies in het cerebellum voorkomen, komt het in veel gevallen wel voor. Mensen met cerebellaire ataxie hebben moeite met het reguleren van de kracht, de reikwijdte, de richting, de snelheid en het ritme van spierbewegingen. Daarnaast hebben mensen vaak een instabiele gang, moeite met oogbewegingen, spraakproblemen, slikproblemen, enz...